Vanaf vrijdag worden aan de Europese buitengrenzen voorlopige heffingen van kracht op de import van elektrische auto’s uit China. Dat heeft de Europese Commissie donderdag bevestigd. De heffingen moeten de Europese producenten beschermen tegen oneerlijke concurrentie van Chinese bedrijven die dankzij omvangrijke overheidssteun goedkoper kunnen leveren.
De Commissie had op 12 juni al aangekondigd dat ze vanaf juli compenserende heffingen zou opleggen op de invoer van volledig elektrische voertuigen uit China. De voorbije weken zijn er met Peking gesprekken over het handelsgeschil opgestart, maar die hebben vooralsnog niet tot een oplossing geleid. Daarom worden de voorlopige heffingen vrijdag van kracht, zo kondigde de Commissie donderdag aan.
De heffingen variëren van autobouwer tot autobouwer in functie van de staatssteun. Sommige tarieven zijn wel nog lichtjes aangepast na contacten met de bedrijven. Ze bedragen uiteindelijk 17,4 procent voor BYD, 19,9 procent voor Geely en 37,6 procent voor SAIC. Andere producenten die meewerkten aan het onderzoek wordt 20,8 procent aangerekend. Het tarief loopt op tot 37,6 procent voor bedrijven die niet meewerkten. Momenteel gelden douanetaksen van 10 procent.
Bankgaranties aan de douane
De importeurs moeten deze voorlopige heffingen niet echt betalen. Wel moeten ze gedurende vier maanden bankgaranties voorleggen aan de douane. Vinden de Commissie en de Chinese regering geen oplossing, dan kan de Commissie de lidstaten voorstellen om begin november definitieve heffingen in te voeren voor een periode van vijf jaar. Om dat te blokkeren, zijn minstens 15 lidstaten nodig die minstens 65 procent van de Europese bevolking vertegenwoordigen.
Binnen de EU is Duitsland tegen de heffingen gekant. Uiteraard zetten ze ook kwaad bloed in China. Peking dreigde al met een klacht bij de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en startte een week na de Europese aankondiging een antidumpingonderzoek naar de invoer van Europees varkensvlees.
Bron. De tijd.